Tip 1: Weet wat je wilt. Bereik gemotiveerd je doel

SLEUTELBEGRIP

Creëer liever een aantrekkelijke en gedetailleerde voorstelling van de toekomst in plaats van te graven in het probleem.

GOED OM TE WETEN

Leerlingen voelen zich soms als Meneer Zwijn, al sukkelend in een donker bos van zich herhalende en saaie taken, dag in dag uit. Ze kunnen zich nauwelijks een voorstelling maken van hun toekomst. Ze kunnen zich ook niet indenken dat het saaie schoolwerk nuttig kan zijn voor later. Wat maakt een vak, een opdracht nuttig voor later? Welke leerling kan zich hier een beeld bij vormen? Engels, wiskunde, economie? Is er iemand die het ze duidelijk kan maken?

EEN PAAR VRAGEN

Aan leerlingen

  • [Aan de leerling die zegt wat hij allemaal niet wil dat er gebeurt]: Wat wil je dat er in plaats daarvan gebeurt?
  • Stel dat het je lukt om Q (ongewenst gedrag) niet meer te doen. Wat doe je dan in plaats daarvan?
  • Stel je voor dat het je lukt om je doel te bereiken. Wat voor verschil maakt dat voor je? Wat doe je dan anders? Wat merken je klasgenoten aan jou?
  • Laten we een experiment doen. Doe vandaag alsof je de leerling bent die je wilt zijn (bijvoorbeeld alsof je meer zelfvertrouwen hebt). Wat doe je anders? Hoe reageren je klasgenoten? Wat doen zij anders?

Terug naar Tips

Activiteit 11: Saai maar belangrijk

Motivatie opbrengen voor moeilijke of saaie opdrachten is een hele uitdaging

voor leerlingen. Onderzoek toont aan dat motivatie voor dit soort taken ver-

hoogd kan worden als de leerlingen geholpen worden met het verbinden van

de taak met hun interesse en hun doel.

Als een leerling bijvoorbeeld later ‘videogameontwerper’ wil worden, kan de

leerkracht benadrukken dat het leren van de basis van rekenen de logische

vaardigheden biedt die nodig zijn voor computerprogrammering. Als een leer-

ling geïnteresseerd is in dinosaurussen, kan de leerkracht onderstrepen dat het

leren van biologie een belangrijk deel is van begrijpen hoe dinosauriërs hebben

geleefd.

Het is een goede strategie om te proberen de interesse van leerlingen te ver-

binden aan activiteiten in de klas, maar dit is overduidelijk alleen te doen op

individueel niveau; niet iedereen is geïnteresseerd in hetzelfde onderwerp.

Om de hele klas te betrekken, kan de volgende interventie toegepast worden

met als doel om leerlingen zelf hun hogere doel te leren ontwikkelen.

Als eerste vraag je de groep hoe de wereld een betere plaats om te leven zou

kunnen zijn. Je kan de volgende vraagstelling gebruiken: ‘Hoe kan de wereld

een betere plek zijn? Soms is de wereld geen eerlijke wereld en iedereen heeft

wel een idee hoe het op de een of andere manier beter kan. Sommigen willen

veel minder honger, sommigen willen minder vooroordelen of minder geweld

of ziekten. Andere mensen willen weer heel andere veranderingen. Wat zijn

veranderingen die volgens jou nodig zijn om de wereld tot een betere plek te

maken?’

Laat de leerlingen in kleine groepjes werken. Bespreek daarna hun groepswerk

met de hele groep. Nodig iedereen uit om een bijdrage te leveren, geef leerlin-

gen complimenten met betrekking tot hun observaties en verklaar eventueel

hun punten nader om de bijdrage voor iedereen helder te maken.

Zodra uit verschillende groepen de ideeën op tafel liggen/besproken zijn/

gepresenteerd zijn en de leerlingen betrokken zijn, stap dan over naar een indi-

viduele taak. Vraag alle leerlingen om in een of twee zinnen op te schrijven hoe

zij, persoonlijk, denken dat de wereld een betere plek zou kunnen zijn, denkend

aan alles wat met de groep besproken is.

Als de individuele taak klaar is, vertel hen dan dat leerlingen ‘net als jullie’

gemotiveerd zijn om hun best te doen op school, niet alleen vanwege hun

toekomstige beroep waaraan ze plezier zullen beleven, maar ook omdat ze

daarmee een positieve invloed op de wereld kunnen hebben. Je kunt voorbeel-

den noemen van leerlingen die op school hebben gezeten en die gezegd heb-

ben dat ze in de toekomst iets wilden doen ‘wat ertoe doet’ en dat ze daardoor

gemotiveerd bezig waren op school en hun best deden. Malala Yousafzai uit

Pakistan is een zeer bekend voorbeeld: vanaf haar elfde strijdt ze voor het recht

op onderwijs voor meisjes. Maar ook uit Nederland en uit België. Kinderen

maken het verschil.

Vraag je leerlingen voor de laatste stap om een brief te schrijven aan een

toekomstige student. Ze moeten op zijn minst twee zinnen schrijven over de

redenen van leren; meer specifiek: ze moeten schrijven over hoe het leren op

school hen kan helpen om de persoon te worden die ze graag willen worden of

hoe het leren hen kan helpen invloed te hebben op de mensen om hen heen en

op de gemeenschap in het algemeen.

Eenzelfde soort interventie met studenten liet een significant effect zien op

hun vasthoudendheid bij saaie wiskundige opdrachten en bij het beoordelen

van vragen voor een test.

Terug naar Tips

Uit: Vertrouwen in ieder kind Paolo Terni & Ella de Jong

Hoofdstuk 5

Meneer Zwijn weet wat hij wil

Ingrediënt voor verandering 2:

De toekomst die we precies voor ons zien

Volgens de oplossingsgerichte aanpak is het 'uitvragen' van de toekomst een van de belangrijkste vragen die je kunt stellen aan leerlingen. Voorheen werd dit de Wondervraag genoemd (Miracle Question), maar ondertussen is er veel veranderd. De vraagstelling kan ook zijn: 'Stel dat ..' of 'Als alles opeens precies gaat zoals je zou willen, hoe ziet dat er dan uit?'

Het belangrijkste is dat er kleine details genoemd worden die haalbaar zijn om uit te proberen of die zelfs al gebeuren!

In ieder geval heeft de leerling zélf antwoord gegeven. De kunst voor ons als leerkracht, coach, begeleider, is, om stil te zijn en aan te moedigen om nog meer, nog meer, nog meer te noemen.

Terug naar Tips